Een stressfractuur is een kleine breuk in een bot die ontstaat door herhaalde overbelasting. In de voet komt dit vooral voor bij sporters die intensief lopen of springen. Door voortdurende druk ontstaan er kleine scheurtjes in het bot, meestal zonder acuut trauma.
De meest voorkomende klachten bij een stressfractuur zijn:
Pijn tijdens het sporten, die vaak aanhoudt na de inspanning.
Bij ernstigere letsels: pijn bij gewone dagelijkse activiteiten zoals stappen.
De breuk is niet altijd zichtbaar op een eerste radiografie. Bij aanhoudende klachten wordt vaak later een nieuwe scan of ander onderzoek uitgevoerd.
Er zijn vijf middenvoetsbeentjes in de voet. De meest voorkomende locaties voor stressfracturen zijn:
Os naviculare: centraal bovenaan de voet. Wordt vaak aangetast door herhaalde afrolbewegingen bij lopers of springers.
Metatarsaal V: aan de buitenkant van de voet.
Metatarsaal II: tweede middenvoetsbeentje, vaak getroffen bij voorvoetbelasting.
Bij vermoeden van een stressfractuur kunnen volgende onderzoeken gebeuren:
Klinisch onderzoek: lokaliseren van drukpijn en zwelling.
Botscan: toont zones van verhoogde botactiviteit door middel van een ingespoten contraststof. Dit helpt om stressletsels vroegtijdig op te sporen.
De aanpak hangt af van de ernst en locatie van de breuk:
Relatieve rust: belastende activiteiten verminderen of tijdelijk stoppen.
Stijve schoen: om de voet te ontlasten bij lichte letsels.
Immobilisatie met gips of bandage: bij meer uitgesproken breuken.
Operatie: soms nodig als de breuk niet spontaan geneest, bijvoorbeeld via schroeffixatie.
Opbouwende revalidatie: onder begeleiding van een kinesitherapeut om de belastbaarheid geleidelijk te verbeteren.