Bij schouderinstabiliteit is de schouder te los of instabiel, waardoor de kop van de bovenarm (humeruskop) gedeeltelijk of volledig uit de kom (glenoid) van het schouderblad kan schuiven. Dit gebeurt plots of bij herhaalde bewegingen, en kan leiden tot pijn, onzekerheid of zelfs ontwrichting.
Om de juiste behandeling te bepalen, voert de arts verschillende onderzoeken uit:
Klinisch onderzoek
De arts test de stabiliteit, beweeglijkheid en kracht van je schouder.
MR-scan (magnetische resonantie)
Geeft gedetailleerde beelden van ligamenten, spieren en het labrum.
CT-scan
Wordt gebruikt om botschade of een afwijking in de schouderkom in beeld te brengen.
De behandeling wordt afgestemd op jouw klachten, leeftijd, activiteitsniveau en de ernst van de instabiliteit.
Kinesitherapie
Gericht oefenprogramma om de spieren rond de schouder te versterken en stabiliteit te verbeteren.
Draagdoek (immobilisatie)
Wordt kortdurend toegepast na een (sub)luxatie.
Inferior capsular shift
Operatie waarbij het gewrichtskapsel wordt verkleind om de schouder stabieler te maken.
Bankart herstel
De gescheurde kraakbeenring (labrum) wordt terug vastgehecht aan de kom.
Bristow-Latarjet procedure
Bij hardnekkige instabiliteit wordt een klein botblokje geplaatst om de schoudermechanica te verbeteren.