Er bestaan verschillende soorten heupprotheses:

• Totale heupprothese: zowel de heuppan als de heupkop worden vervangen. Dit is het meest voorkomende type.

• Bipolaire heupprothese: enkel de heupkop wordt vervangen. Deze wordt vooral geplaatst bij ouderen na een heupbreuk.

De prothese wordt in je bot vastgemaakt, op twee manieren:

• Met botcement: een soort lijm houdt de prothese op zijn plaats.

• Zonder cement: de prothese wordt vast “geklemd” in het bot. Je eigen bot groeit er later in vast.

Je chirurg kiest de beste methode op basis van jouw situatie.

De prothese kan via verschillende toegangswegen geplaatst worden. Dit bepaalt waar je litteken komt:

• Vooraan (anterieur) – spiersparend

• Zijkant (anterolateraal)

• Achteraan (posterieur) – ter hoogte van de bil

Elke benadering heeft zijn voor- en nadelen. De chirurg kiest wat het best past bij jouw lichaam en voorgeschiedenis.

Voor de operatie:

• Ga je op pre-operatief onderzoek bij de anesthesist

• Worden er extra onderzoeken gedaan (ECG, bloedafname, RX met marker…)

• Moet je eventuele tandproblemen laten behandelen om infecties te voorkomen

• Kun je contact opnemen met een sociaal werker als je nadien naar een revalidatiecentrum wilt

• Je krijgt een infuus en wordt verdoofd via een ruggenprik of algemene narcose
• De operatie duurt 1 tot 1,5 uur
• Daarna blijf je 2 uur in de ontwaakruimte
• Terug op de kamer komt de kinesist langs: als het goed gaat mag je dezelfde dag nog stappen

Je blijft gemiddeld 4 dagen in het ziekenhuis.

• Dag 1: bloedcontrole

• Je start met revalidatie: stappen met een looprekje of krukken, trappen oefenen, in/uit de auto stappen

• Je mag naar huis als:

  • je wonde droog is

  • de pijn onder controle is

  • je trappen kunt doen

• Er wordt nog een röntgenfoto genomen
• Je krijgt voorschriften voor:
  • Medicatie
  • Kinesitherapie
  • Thuisverpleging
  • Controleafspraak na 6 weken
  • Werkverzuimattest

• Je revalideert thuis met een kinesist
• Je gebruikt meestal nog enkele weken krukken
• Na 6 weken kom je op controle

De risico’s zijn klein, maar deze complicaties kunnen voorkomen:

• Infectie van de prothese

  • Je krijgt antibiotica om dit te voorkomen

  • Soms is een heroperatie nodig

• Heup uit de kom (ontwrichting)

  • Vooral de eerste 3 maanden

  • Kinesist leert je welke bewegingen je moet vermijden

• Botbreuk rond de prothese

  • Soms blijft de prothese zitten

  • Soms moet ze vervangen worden

Bel naar de dienst orthopedie als:

• Je koorts krijgt

• Er vocht uit je wonde komt

• Je niet op je been kunt steunen

• Je been plots korter lijkt