Bij heupdysplasie is je heupkom te steil of verkeerd gericht. Daardoor ondersteunt ze de heupkop niet goed, wat op termijn voor klachten kan zorgen. Deze aandoening wordt ook wel developmental dysplasia of the hip (DDH) genoemd.
Veelvoorkomende klachten zijn:
Pijn in je lies of je bil
Moeite om lang recht te staan of te wandelen
Pijn bij diepe plooi- of draaibewegingen van je heup
Ongemak of pijn als je op de zijkant van je heup ligt
Normaal zit de heupkop mooi in de kom, die hem stevig omhult en ondersteunt. Bij heupdysplasie is de heupkom te steil of niet goed gevormd, waardoor:
De heupkop niet goed overdekt wordt
Er te veel druk op een klein deel van het gewricht komt
De heupkop makkelijker uit de kom kan glijden (subluxatie of luxatie)
Door deze abnormale belasting kunnen er op lange termijn problemen ontstaan, zoals:
Scheurtjes in het labrum (de kraakbeenrand rond de kom)
Slijtage van het kraakbeen
Vroegtijdige artrose van de heup
Als je arts denkt aan heupdysplasie, kunnen volgende onderzoeken nodig zijn:
Röntgenfoto (RX): toont hoe je heupkom gevormd is en of er sprake is van dysplasie
MR-scan of artro-CT: hierbij wordt contrastvloeistof gebruikt om te zien of je letsels hebt aan het labrum of het kraakbeen
De behandeling hangt af van hoe ernstig de dysplasie is, hoeveel last je ervan hebt, en of er al schade aan het kraakbeen is. Mogelijke behandelingen zijn bijvoorbeeld:
Aanpassingen in je activiteiten of levensstijl
Kinesitherapie om je spieren te versterken
Pijnstillers of ontstekingsremmers
Infiltraties met medicatie in je heup
Chirurgie, zoals een correctie van de stand van de heupkom (osteotomie) of, in latere stadia, een heupprothese
Je arts bespreekt samen met jou en het team welke aanpak het beste bij jouw situatie past.