Heupartroscopie

Een heupartroscopie is een kijkoperatie waarbij de arts via kleine sneetjes in de huid met een camera en fijne instrumenten in het heupgewricht werkt. Zo kunnen bepaalde problemen in de heup onderzocht en meteen behandeld worden.

Wanneer wordt een heupartroscopie uitgevoerd?

Er zijn verschillende redenen waarom uw arts een heupartroscopie kan voorstellen. De meest voorkomende zijn:

  • Femoro-acetabulair impingement (FAI): een botsing tussen het dijbeen en de heupkom bij het bewegen.

  • Letsels aan het labrum: een ring van kraakbeen die de heupkom ondersteunt.

  • Ontstekingen of andere aandoeningen van het slijmvlies in de heup.

  • Losse stukjes bot of kraakbeen (losse deeltjes) in het gewricht.

Wanneer is een heupartroscopie minder geschikt?

Een kijkoperatie is niet altijd de beste oplossing. Bij duidelijke slijtage van het kraakbeen (artrose), heupdysplasie of andere ernstige letsels zal de arts meestal een andere behandeling voorstellen. Om dit goed te beoordelen, worden vooraf altijd foto’s of scans gemaakt.

  • Hoe verloopt de ingreep

    De operatie gebeurt onder volledige verdoving, meestal in het dagziekenhuis of met een opname van één nacht.

    • Je wordt op een speciale tafel gelegd die zachte tractie (trekkracht) op het been uitoefent. Zo ontstaat er meer ruimte in het gewricht.

    • Via een kleine opening brengt de arts een camera in de heup om alles goed te kunnen bekijken.

    • Via andere kleine sneetjes (meestal 3 tot 4) worden de instrumenten ingebracht om eventuele letsels te behandelen.

    • Tijdens de operatie wordt regelmatig met röntgenstralen gecontroleerd of alles goed verloopt.

    • Het gewricht wordt constant gespoeld met steriel water. Hierdoor kan je been tijdelijk wat opzwellen, maar dat trekt meestal binnen enkele dagen vanzelf weg.

  • Revalidatie

    De duur van het herstel hangt af van de ingreep en de letsels die werden behandeld. Over het algemeen duurt het 3 tot 6 maanden om volledig te herstellen.

    • De eerste 2 tot 4 weken mag u slechts beperkt steunen op het been. Je gebruikt twee krukken.

    • Bij ingrepen aan het kraakbeen kan een langere ontlasting van de heup nodig zijn.

    • Je mag meteen bewegen, maar enkel binnen de pijngrens.

    • In het ziekenhuis krijg je van de kinesist een oefenschema mee. Je voert de oefeningen thuis verder uit.

    • Diep buigen (meer dan 90°) en extreme draaibewegingen vermijd je best tijdens de eerste 3 maanden.

    • Fietsen op een hometrainer (lichtste weerstand, zadel hoog) helpt om de beweeglijkheid te verbeteren.

  • Mogelijke bijwerkingen en complicaties

    Zoals bij elke operatie zijn er ook bij een heupartroscopie enkele risico’s, al komen deze meestal zelden voor:

    • Gevoelloze zone aan de buitenkant van het dijbeen: dit komt vaak voor maar verdwijnt meestal vanzelf.

    • Zwelling van het bovenbeen na de operatie is normaal en gaat vanzelf weer weg.

    • Tijdelijke gevoelloosheid in de schaamstreek door de trekkracht tijdens de ingreep. Dit is uitzonderlijk (1 op 500 patiënten) en meestal tijdelijk.

    • Risico op een bloedklonter (trombose): afhankelijk van je persoonlijke risicofactoren (zoals roken, pilgebruik, eerdere trombose…) krijg je mogelijk:

      • Een spuitje om het bloed dunner te maken

      • Steunkousen die je tijdelijk moet dragen

De inhoud van deze pagina is bijgewerkt op 05 mei 2025

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.