Rugklachten komen veel voor: 80% van de bevolking krijgt een of meer perioden met hevige lage rugpijn. Het gaat meestal om pijn onderin de rug (lumbago), het zwaarst belaste gedeelte van de rug. Deze draagt het gewicht van het lichaam. Tegelijk moet er beweging mogelijk zijn. Rugklachten komen het meest voor tussen het 45e en 65e jaar.
Wervels
Onderin de rug bevinden zich vijf lendenwervels (L1 tot en met L5). Tussen de wervels bevinden zich tussenwervelschijven, die als kussentjes fungeren om schokken op te vangen en te zorgen voor een zekere buigbaarheid. In de wervels bevindt zich het wervelkanaal waarin het ruggenmerg loopt tot aan de eerste lendenwervel. Dit ruggenmerg is de snelweg tussen hersenen en de zenuwen die aan weerszijden uit het wervelkanaal lopen naar de rest van het lichaam.
Zenuwen
Zenuwen sturen spieren aan en voeren signalen weer terug naar de hersenen, bijvoorbeeld bij aanraking van de huid, pijnprikkels e.d. Verder worden de wervels rondom bij elkaar gehouden door pezen, bindweefselbanden en spieren. Ook zijn er kleine gewrichtjes tussen de wervels onderling voor stabiliteit.
Rugpijn wordt onderverdeeld in 3 categorieën:
Plotselinge lage rugpijn komt meestal voort uit een acute blessure van het bewegingsapparaat: verrekking of scheurtje in spieren, aanhechtingen en kleinere bandjes en peesjes. Deze vorm van rugpijn wordt vaak voorafgegaan door een bepaalde beweging, soms tillen. Dat hoeft niet zwaar te zijn. Het kan er ineens inschieten, wat ook spit wordt genoemd. Deze lage rugpijn kan zeer hevig zijn.
Zoveel mogelijk in beweging blijven (rustig opbouwen), rekening houdend met de klachten. Houdingen en bewegingen die de pijn opwekken mijden. Bij hevige pijn of spierspanning eventueel pijnstillers, bij voorkeur in overleg met de huisarts. Wetenschappelijk gezien blijkt fysiotherapie of manipulatie van de wervels en wervelkolom bij acute rugpijn niet zinvol.
Raadpleeg de huisarts bij:
Bij minder dan 1% van de gevallen van plotselinge lage rugpijn spelen andere oorzaken een rol.
Eierstokken, prostaat, nieren, bloedvaten, alvleesklier, galwegen, darmen
Uitstralende pijn, vaak brandend, schrijnend of tintelend wat kan wijzen op beklemming van een zenuwwortel die via de bil, eventueel lies, het been inloopt, soms tot in de tenen. Meest voorkomende oorzaak is hernia (uitstulping van een tussenwervelschijf die op de zenuw kan drukken), soms in combinatie met een nauw zenuwkanaal en/of slijtage. Hernia's komen overigens vaak voor zonder klachten: 30-50% van de Nederlandse bevolking blijkt een hernia uitstulping te hebben op een MRI scan, zonder klachten. Opereren louter op basis van een hernia op een MRI scan mag dus nooit.
In het begin lage rugpijn, overgaand in scherpe, brandende en tintelende pijn in het been. Deze pijn verergert bij bepaalde bewegingen en bij hoesten, niezen of persen. Afhankelijk van de zenuw kan bepaald krachtsverlies en/of doofheid van de huid ontstaan. Bij ernstiger vernauwingen van het wervelkanaal en/of een grote hernia kunnen meerdere zenuwen bekneld raken, met doofheid in de bilspleet, plas en ontlastingsproblemen. Pijnklachten maar ook de andere klachten kunnen in lichte, meer verdraaglijke mate aanwezig zijn.
Komt voor in bepaalde families, is dus deels erfelijk, in combinatie met negatieve leefstijlfactoren zoals een matige zithouding, weinig training en overgewicht. Daarnaast kan het ook ontstaan door zwangerschap en verkeerd tillen.
Er zijn diverse duidelijke lichamelijke oorzaken voor lage rugpijn. Daarnaast komt ook lage rugpijn voor zonder duidelijke verklaring. Het blijkt dat er voor chronische rugklachten ook risicofactoren zijn die niet specifiek lichamelijk zijn:
Niet effectief zijn acupunctuur, allerlei andere alternatieve behandelingen, maar ook lokale injecties in wervelgewrichtjes of tussenwervelschijven.
Adviezen om rugklachten te voorkomen zijn: