Minstens een uur per dag matig intensieve inspanning. Langer, vaker en/ of intensiever bewegen geeft extra gezondheidsvoordeel. Minstens 3x per week spier- en botversterkende activiteiten. Voorkom veel stilzitten.
Sport voorkomt én geneest
Bewegen is hét medicijn van nu. Het is goed voor bijna alles en kent nauwelijks bijwerkingen. Sport heeft onder meer gunstige gezondheidseffecten bij:
Wie voldoende beweegt loopt minder risico op hart- en vaatziekten. Allereerst door de beweging van de spieren. Om te kunnen samentrekken hebben spieren energie en zuurstof nodig, die via de bloedsomloop worden aangevoerd. Wanneer we ons inspannen, neemt de bloedstroom naar de spieren toe. Daardoor moet het hart sneller en harder kloppen en blijft het in betere conditie. Vernauwingen in de kransslagaders -de oorzaak van angina pectoris (pijn op de borst bij inspanning)- krijgen minder kans. Bewegen heeft ook een gunstig effect op de vetsamenstelling van het bloed. De hoeveelheid LDL-cholesterol (slecht) daalt, terwijl het goede HDL-cholesterol toeneemt. De bloeddruk verbetert door te sporten. Bij inspanning klopt het hart sneller en krachtiger en neemt de bloeddruk tijdelijk toe. In rust klopt een getraind hart juist trager en daalt de bloeddruk.
De ziekte van Parkinson komt steeds vaker voor in de bevolking. Het is een hersenziekte/ aandoening die vooral van invloed is op de motoriek, beweging van een mens. Denk aan het optreden van een tremor/trilling in rust, in het begin eenzijdig, dan stijfheid in de spieren, met een steeds moeilijker looppatroon, ‘bewegingsarmoede’, een maskergelaat met weinig uitdrukking in het gezicht ‘weinig mimiek’.
Parkinson kan ook negatief van invloed zijn op andere orgaansystemen en functies. Parkinson kan licht zijn, zich bij iedere patiënt anders presenteren, jarenlang stabiel zijn maar ook snel verergeren. Wat bijzonder is, is dat uitgebreid wetenschappelijk onderzoek heeft laten zien dat dagelijkse beweging en training een gunstige invloed heeft op het verloop en de behandeling van Parkinson. Dat is dus een essentiële eerste basis bij de behandeling van Parkinson. Meer info: Parkinson.
Sporten speelt een belangrijke rol bij het voorkomen van diabetes type 2 en bij het verhelpen ervan. Daarom is bewegen een van de belangrijkste elementen in de behandeling van diabetes type 2. Het mensenlijke lichaam bestaat voor 45 procent uit spieren en deze zijn een belangrijk doelorgaan van insuline. Hoe meer je spieren gebruikt en ontwikkelt, hoe beter je reageert op insuline en des te beter suiker wordt verwerkt. Diabetici die flink gaan sporten, kunnen daardoor hun medicijnen soms laten staan. Maar let op: het effect is tijdelijk. Wie stopt met sporten, krijgt de klachten weer terug. Blijven bewegen is dus het devies bij diabetes type 2.
Mede door botontkalking breken 55-plussers per jaar in totaal 15.000 heupen, 12.000 polsen en onderarmen en bijna 60.000 andere botten. Botontkalking is op veel manieren te voorkomen. Lichaamsbeweging bijvoorbeeld zorgt er voor dat botten worden belast. Daardoor worden ze sterker. Vooral tussen het twintigste en dertigste levensjaar is lichaamsbeweging cruciaal om zo veel mogelijk botmassa op te bouwen.
Daarnaast hebben calciumrijke voedingsmiddelen, zonlicht (voor de aanmaak van vitamine D in het lichaam), vette vis en boter een positieve invloed. Voor mensen die al last hebben van osteoporose kan onder meer lichaamsbeweging verdere botafbraak voorkomen. Krachttraining en hardlopen zijn aanraders. Stevig wandelen in de buitenlucht ook.
Ouder worden gaat al vanaf het dertigste levensjaar gepaard met een verlies aan geheugen. Hier merkt de buitenwereld vaak niet zo veel van, omdat ouderen hun trager wordende brein compenseren met toegenomen levenservaring. Het verlies aan geheugen is af te remmen. Sporten verbetert de stofwisseling waardoor alle organen, dus ook de hersenen, beter worden voorzien van bloed, zuurstof en voeding. Simpel gezegd: wie sport is slimmer en heeft een beter geheugen dan wie passief op de bank blijft zitten.
Mensen die geregeld sporten zijn beter bestand tegen stress en slapen beter. Het lichaam leert gemakkelijk om te schakelen tussen inspanning en ontspanning: de stresstolerantie neemt toe. Het lichaam van een sporter zal na een zware stressdag op het werk hetzelfde patroon volgen als na het lopen van de marathon: lekker uitrusten en dan héél diep slapen.
Simpel gezegd: hoe beter de lichamelijke conditie, des te beter de geestelijke conditie. Ook het autonome zenuwstelsel -verantwoordelijk voor het dag- en nachtritme- functioneert beter als je regelmatig beweegt. Het parasympathische zenuwstelsel is het deel van ons zenuwstelsel dat zorgt dat we in een fase van rust en herstel kunnen komen. Het sympathische zenuwstelsel is juist betrokken bij beweging en activiteit. Als je sympathische zenuwstelsel overdag actief is, schakel je ’s nachts gemakkelijker om naar parasympathisch, de rust- en herstelfase.
Lichaamsbeweging verbetert de vegetatieve functies van het lichaam: de spijsvertering. De snelheid waarmee voedsel door het lichaam wordt verteerd -de darmpassage- gaat omhoog en de stoelgang verbetert. Een trage darmpassage zou een rol kunnen spelen bij het ontstaan van darmkanker doordat gifstoffen in voedselresten langer in contact blijven met de darmwand. Sporters zouden daardoor met hun vlotte stoelgang minder risico lopen op deze ernstige aandoening, die jaarlijks bij 12.000 Nederlanders wordt vastgesteld.
Mensen die depressief zijn - dat zijn er in Nederland jaarlijks driekwart miljoen - voelen zich vaak beter als ze gaan hardlopen. Die ervaring wordt gesteund door wetenschappelijk onderzoek. Lichaamsbeweging blijkt minstens zo effectief tegen depressie als medicijnen. Het effect treedt vooral op bij hardlopen en andere duursporten; die zorgen ervoor dat je hersenen stressverlagende stoffen aanmaken, als endorfine. Dit ‘gelukshormoon’ geeft je een fijn gevoel en maakt dat je wat lichter tegen alles kunt aankijken.
Tot voor kort kregen mensen die zich met een lichte of matige depressie bij de huisarts meldden vaak standaard een recept voor antidepressiva. De nieuwste richtlijnen schrijven nu beweging voor. Bewegen kan niet alleen depressiviteit verbeteren, maar ook helpen voorkomen: mensen die regelmatig bewegen lopen minimaal 50% minder risico op een depressie of andere psychische aandoening dan mensen die dit niet doen.
Bij aandoeningen aan het bewegingsapparaat, zoals reuma, artrose en lage rugpijn, is lichaamsbeweging sterk aan te raden. Mensen voelen zich prettiger en hebben minder pijnklachten als ze hun lichaam blijven gebruiken.
Bij reuma kan sporten - mits goed gedoseerd en onder deskundige begeleiding - de spierkracht en de beweeglijkheid van de gewrichten vergroten. De gewrichten mogen echter niet te zwaar worden belast. Zwemmen en gymnastiekoefeningen zijn prima, net als ontspannende activiteiten als yoga en tai chi. Prettig en heilzaam is ook hydrotherapie: oefeningen in warm water, onder begeleiding van een fysiotherapeut.
Een combinatie van pijnstillers en sporten kan er soms voor zorgen dat signalen van overbelasting niet bijtijds gevoeld worden. Bewegen speelt eveneens een belangrijke rol bij het herstel van lage rugpijn. Het versterken van de rug- en buikspieren staat voorop, maar ook het leren ontspannen en het vergroten van de conditie zijn van belang. De beste sporten: (rug)zwemmen, fietsen, stevig wandelen, joggen, traplopen.
Na een behandeling tegen kanker, bijvoorbeeld chemotherapie, blijven mensen vaak lang worstelen met vermoeidheid, een slechte conditie, angst voor beweging en pijn. Uitrusten is echter niet langer het devies. De conditie wordt daardoor alleen maar slechter. Herstel van deze klachten blijkt sneller op te treden door lichaamsbeweging.
Alle bewegingsvormen waarbij iemand kan blijven praten, zijn goed. Denk aan wandelen, fietsen, dansen of zwemmen. Het is belangrijk om er plezier aan te beleven want dat bevordert ook het mentale herstel na een moeilijke periode. Bewegen in groepsverband of met lotgenoten kan ook helpen.