Een lumbaal punctie of een ruggenmergprik is een onderzoek waarbij hersenvocht wordt onderzocht om een hersenvliesontsteking vast te stellen of uit te sluiten. Hersenvocht is een vloeistof die om de hersenen en het ruggenmerg heen zit.
De kinderarts prikt met een dunne naald tussen de wervels van de onderrug. Er druppelt dan hersenvocht uit de naald, die steriel opgevangen wordt en naar het laboratorium wordt opgestuurd. Dit onderzoek kan beangstigend zijn voor jou en je kind.
Dit onderzoek gebeurt op de kinderafdeling door de kinderarts samen met verpleegkundigen. Je mag bij je kind aanwezig blijven.
Als de gezondheidstoestand van je kind het toelaat, kan de kinderarts voorstellen om Kalinox te gebruiken.
De verpleegkundige brengt een pleister met verdovende zalf aan op de plaats waar de kinderarts zal prikken. Zij vertelt op maat van het kind wat er zal gebeuren. Het is belangrijk dat je kind een bolle rug maakt tijdens het onderzoek.
De kinderarts beslist of je kind mag liggen of zitten op de onderzoekstafel. Het prikken gebeurt steriel. De arts heeft steriele handschoenen aan en er ligt een steriel veld met materiaal klaar. De verpleegkundige doet de bovenkleding uit zodat de rug bloot is.
Daarna ontsmet de arts de huid. Nu zal je kind een bolle rug moeten maken en zo stil mogelijk zitten of liggen, de verpleegkundige helpt daarbij. Wanneer de naald op de juiste plek zit, druppelt er hersenvocht in een steriel potje. Er worden verschillende stalen afgenomen en opgestuurd naar het laboratorium. Daarna wordt de naald verwijderd en krijgt je kind een pleister op de prikplaats.
Relatieve rust is aangewezen na een ruggenprik. De mogelijkheid bestaat dat je kind hoofdpijn ervaart of dat de prikplaats licht pijnlijk is. Indien nodig kan je kind een pijnstiller krijgen.
De kinderarts zal later de resultaten met jou bespreken.