Slappe en hangende borsten kunnen psychisch een zware last zijn. Vrouwen die borstvoeding hebben gegeven zien hun borsten tijdens deze periode veranderen in borsten met een vorm waar ze zich niet goed bij voelen. Weinig vulling in het bovenste deel van de borst met lager hangende tepels is de meest gehoorde klacht. Ook zijn er vrouwen die altijd al slappe borsten hebben gehad. Ze moeten ondersteunende beha’s kopen om zich goed te voelen, en het kopen van bepaalde kleding brengt ergernis met zich mee. Soms schamen ze zich ook ten opzichte van hun partner en voelen ze zich geremd in hun relatie. Een borstlift of mastopexie kan een oplossing zijn voor deze problemen.
Een borstlift is een ingreep die gecombineerd kan worden met een borstvergroting. Als de tepels boven de plooi van de borst staan is het meestal mogelijk een mooi resultaat te verkrijgen met alléén een vergroting (zie voor nadere informatie onze brochure “Borstvergroting”). Als de tepels onder de plooi staan is een lift meestal de aangewezen behandeling.
De belangrijkste vraag bij het bovenstaande is uiteraard de wens van de patiënt. Als zij tevreden is met het volume zal er alleen een lift worden uitgevoerd, zo niet dan kan een prothese worden toegevoegd. Er wordt geen garantie gegeven dat de operatie tot een gewenste cupmaat zal leiden. Na de operatie zijn de borsten steviger, patiënten kunnen een vrij dik, rood en gevoelig litteken ontwikkelen. Dit herstelt zich meestal na verloop van een aantal weken of maanden. De zwelling en gevoeligheid nemen af. De littekens worden meestal smaller en witter, maar kunnen ook breder worden. Soms zijn de borsten niet helemaal gelijk van grootte. Ook de vorm en de gevoeligheid van de tepels kunnen anders zijn dan vóór de operatie. Bij een borstverstevigende operatie wordt geen correctie uitgevoerd van het overtollige weefsel dat bij sommige vrouwen doorloopt van de oksel naar de rug. Onderzoek naar knobbeltjes of andere afwijkingen blijft na een borstlift goed uitvoerbaar.
Wanneer je bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet je dit melden tijdens het gesprek. Het gebruik van deze medicijnen moet je drie tot tien dagen vóór de borstlift staken. Je krijgt hierover instructies van de behandelende arts. Nicotine vergroot de kans op problemen bij de wondgenezing. Je arts raad je daarom aan om minstens 4 weken vóór de operatie volledig te stoppen met roken. Ook andere medicijnen moet je melden, evenals eerder ondergane operaties en andere gezondheidsproblemen. Een borstlift operatie kan in dagbehandeling gebeuren maar soms word je een dag opgenomen in het ziekenhuis. Het is raadzaam om pyjama’s met een voorsluiting mee te nemen omdat de operatiewond dan gemakkelijk verzorgd kan worden. Op de dag van opname komt de anesthesist, (indien mogelijk), bij jou langs om de narcose te bespreken. Vóór de ingreep zal de chirurg het operatiepatroon op de borsten tekenen.
Na een borstlift zijn de borsten afgeplakt met pleisters. De eerste 24 uur na de operatie heb je wat pijn; daarna kunnen de borsten opgezet en gestuwd aanvoelen. Dit gevoel verdwijnt geleidelijk. Je krijgt op het operatiekwartier een beha aangemeten. Na de operatie ontstaat een sterke spanning in de weefsels. Het duurt daarom soms wel vier tot acht maanden voordat de borsten hun definitieve vorm hebben. Geadviseerd wordt om de eerste weken na de operatie dag en nacht een stevige beha te dragen. Je mag het ziekenhuis verlaten op de dag van operatie of de dag er na. Je krijgt dan een afspraak mee voor controle. Tijdens dit bezoek worden zo nodig de knoopjes van de onderhuidse draad verwijderd. De rest lost vanzelf op. Het is verstandig om voor de eerste week na thuiskomst hulp te regelen. Hoe meer rust je de operatiewond geeft, hoe mooier het litteken geneest. Na ongeveer twee weken kan u de meeste dagelijkse werkzaamheden weer zelf verrichten. Massage met een crème of lotion kan de littekens sneller soepel maken. Je mag hiermee beginnen zodra de wond goed genezen is; meestal na drie weken.
Een borstlifting duurt gemiddeld één tot drie uur en vindt plaats onder algehele narcose. Er bestaan diverse operatie- technieken voor een borstlift. De plastisch chirurg zal je vóór de operatie informeren over de techniek van zijn of haar keuze. Bij de meest gebruikte techniek wordt de borst gelift door aan de onderkant huid te verwijderen. Vervolgens wordt de tepel verplaatst en soms wordt de tepelhof verkleind. Het litteken loopt dan om de tepelhof en verticaal naar beneden tot in de borstplooi. Soms is een horizontaal litteken onvermijdelijk, dan ontstaat er een ankervormig litteken. In het wondgebied kunnen soms twee dunne slangetjes (drains) achtergelaten worden, die verbonden zijn met twee vacuümflesjes. Zij zorgen ervoor dat het wondvocht kan worden afgevoerd.
Een borstlift heeft dezelfde risico’s als elke andere operatie. Een wond kan nabloeden of er kan een infectie optreden. Ook kan de wond iets opengaan, met name net onder de tepel en midden onder de borst in de plooi. In zeldzame gevallen is de bloedcirculatie in de wondranden onvoldoende en kan een deel van het borstweefsel afsterven. Zo kan de tepel ook gedeeltelijk of volledig afsterven. Dit risico bestaat vooral bij rokers. Na de operatie kan het gevoel in de tepels verminderd of zelfs geheel verdwenen zijn. Vaak komt het gevoel weer terug, maar niet altijd volledig.
De resultaten van een borstlift stemmen meestal tot tevredenheid. Er kan echter geen garantie worden gegeven voor een goed resultaat of voor een absolute symmetrie van de borsten. Bovendien duurt het zeker zes maanden voor de borsten hun definitieve vorm hebben. Patiënten zijn meestal zeer opgelucht en wensten dat ze het eerder hadden gedaan. Wat zich soms voordoet is een enigszins verminderde gevoeligheid van de tepels. Ook de littekens kunnen minder fraai worden, meestal ten gevolge van een gestoorde wondgenezing. Incidenteel is een tweede operatie nodig om een optimaal resultaat te bereiken. De borsten kunnen ook weer verslappen, bijvoorbeeld door vermagering en veroudering.